Recent
hey hoi lieverd wanneer zie ‘k je weer
aan het raam
als ik aan de horizon naar een serenade—
tuurlijk ben je bezig, druk, met groei
pijn verwerven en met een stap,
een overstap,
een horde over
ik ben ook bezig
ik groei ook – kijk mij nou,
de radslagen en salto’s
die vroeger in het verschiet lagen
toen we hand in hand naar later staarden
in de zacht verlichte kamer
waar ik uit de toon zong
en jij, vanuit de keuken
terwijl je in de kast naar chips rommelde
zachtjes wiegend lachte
kalm aan windt ze elke dag
om het topje van haar pink
veren nonchalant verstopt
achter een hemelsbrede lach
schijnbaar vrijwel moeiteloos
veert ze met seizoenen mee
nu eens weerbaarheid zelve
dan weer zacht en broos
om als de maan de hemel vult
’s werelds zorgen weg te nemen
een nieuwe start inluidend
door haar fluisteren verguld
de vriend van de reiziger
trekt hem een mantel aan
en blijft in de stadspoort staan
als hij in de verte verdwijnt
de warmte van de handdruk
reist als een aura mee
en bij al het wel en wee
is zijn steun dichtbij te vinden
als na al het ronddwalen
de reiziger naar huis smacht
dan staat daar zijn vriend op wacht
om de mantel aan te nemen