Spontaan
dat ik thuis zit op mijn driezitsbank van gerecycled leer, Miele-fornuis en koelkast met vrieslades, alarm als je hem te lang open laat staan
na een dag telewerken, digitaal hallo, digitaal vaarwel
een gesprek met de koffiemachine thuis waar ik hem over mijn escapades van de dag ervoor vertel, hij espresso maakt
ik overweeg ontslag te nemen
in een Tibetaans klooster het leven te overpeinzen
maar ik heb zo veel meubels dat Shurgard mij geen hokje verhuren wil
en ook mijn ouders mij te kennen gaven dat mijn kinderkamer door het logeerbed ingenomen is een de muren wit zijn
dat ik onderuit gezakt op de bank dan nadenk over een kat uit het asiel, of twee
Mies en Mimi, mevrouw de voorzitter en de secretaris
maar het dan niet doe, uit angst voor de haren op mijn nette pak